Aarsele Status Animarum 1629-1640-1642-1650-1669

Auteur Frans Neirinck, geboren Aarselenaar en zoon van heemkundige-onderwijzer Joseph Neirinck (1915-2003), werd de interesse voor de geschiedenis van Aarsele en de Aarselenaars met de paplepel ingegeven. In 1988 publiceerde vader en zoon “Het dialect van Aarsele”. Na een rustperiode transcribeerde Frans in 2016 de huwelijksregisters en in 2018 sloot hij het prachtige werk af eerst met de doopregisters (1609-1795) alfabetisch opgemaakt in drie delen en tot slot de overlijdensregisters 1627-1796.
Nu komt er nog een bron van informatie bij, nl. de Status Animarum. Dit zijn lijsten opgemaakt door de pastoor, waarin de wijken van de parochie worden opgesomd, met de vermelding van de gezinnen en huishoudens die er woonden. Per gezinslid of andere bewoner (knecht, meid, …) van elk huis werden er gegevens zoals leeftijd en burgerlijke stand vermeld, alsook de vermelding als die mensen communicant en/of gevormd waren. De bedoeling van de verplichting die de kerkelijke overheden aan de pastoors oplegden, om een Status Animarum op te maken, was duidelijk: de controle op de katholieke bevolking verhogen en de aard van het geloof van de parochianen beter kennen. Zo konden via de Status Animarum eventuele ‘ketters’ of gereformeerden opgespoord worden. De opmaak van zo’n Status Animarum vroeg van de pastoors heel wat werk en vele pastoors zagen dit niet zitten. De pastoors van Aarsele zijn hierop een uitzondering: in 1629 maakte pastoor Alexander Schoorman de eerste Status Animarum op, in 1640-1642 en 1650 was dit het werk van pastoor Adrianus Van Symay en in 1669 nam pastoor Guillelmus Stapel het werk van zijn voorgangers over.

Auteur(s): 
Frans Neirinck
Jaar van uitgave: 
2021
Prijs: 
10,00 euro
Afdeling: 
Locatie in publicatie: 
Aarsele
Periode in publicatie: 
17e eeuw
Gegevensdrager: 
Boek
Aantal pagina's: 
104